Er zijn van die plekken op aarde waar je alleen al bij de naam kippenvel krijgt. Machu Picchu is zo’n plek. Verborgen tussen de groene Andes-bergen van Peru, op zo’n 2.430 meter hoogte, ligt deze oude Inca-stad als een mysterieus juweel in de mist. En geloof me: het moment dat je dit wereldwonder voor het eerst ziet, vergeet je nooit meer.
Cusco: de culturele poort naar Machu Picchu
Voordat je richting Machu Picchu gaat, is het bijna een must om een paar dagen in Cusco te blijven hangen. Deze stad, ooit het kloppend hart van het Inca-rijk, is een perfecte mix van geschiedenis, cultuur en sfeer. Denk aan kleurrijke markten, koloniale kerken, eeuwenoude ruïnes en lokale vrouwen in traditionele kleding met een alpaca aan de hand – het voelt alsof je midden in een levend geschiedenisboek staat.
Vergeet vooral niet langs de San Pedro-markt te lopen, waar je alles vindt van verse sapjes tot coca-thee (handig tegen hoogteziekte!). Ook bijzonder is de Qoricancha-tempel, waar Spaanse koloniale gebouwen bovenop de originele Inca-muren zijn gebouwd – een fascinerend contrast.
’s Avonds komt Cusco pas echt tot leven. Op de sfeervolle pleinen hoor je live muziek, de restaurants serveren lokale gerechten zoals alpaca steak en ceviche, en in de gezellige barretjes kun je proosten met een pisco sour. Als je hier nog niet verliefd wordt op Peru, dan weet ik het ook niet meer.
Lees ook mijn blog over de inca trail
De weg naar het verloren rijk
Er zijn verschillende manieren om Machu Picchu te bereiken. De bekendste (en meest legendarische) is de Inca Trail: een vierdaagse hike over oude Inca-paden, door nevelwouden en langs verborgen ruïnes. Pittig? Ja. Maar het gevoel als je na dagen hiken ineens Machu Picchu ziet opduiken in de verte – dat is onbetaalbaar.
Voor wie het wat rustiger aan wil doen: er rijden comfortabele treinen van Cusco naar Aguas Calientes, het dorpje aan de voet van Machu Picchu. Vanuit daar kun je met een bus omhoog of zelf de laatste kilometers lopen. Ook dat is een ervaring op zich, met elke bocht een nieuw uitzicht op de bergen.
Magie op hoogte
En dan: daar sta je dan. Bovenop een berg, tussen wolken, stenen en geschiedenis. Machu Picchu is niet alleen mooi, het is mysterieus. Niemand weet precies waarom de Inca’s deze stad bouwden. Was het een koninklijk toevluchtsoord? Een spirituele plek? Wat je ook gelooft: de sfeer is bijna buitenaards.
Je loopt over eeuwenoude terrassen, tussen zorgvuldig op elkaar passende stenen muren en tempels. En telkens als je omkijkt, zie je die iconische piek van Huayna Picchu op de achtergrond. Elk uitzicht is een ansichtkaart.
Praktische tips
- Beste reistijd: Tussen mei en september is het droge seizoen, met de meeste kans op helder uitzicht.
- Tickets: Boek je toegang tot Machu Picchu op tijd. Dagelijks zijn er bezoekerslimieten en extra kaartjes zijn nodig voor de beklimming van Huayna Picchu of Machu Picchu Mountain.
- Vroeg opstaan loont: De zon zien opkomen over de ruïnes is magisch én je bent de drukte deels voor.
Waarom je dit niet mag missen
Machu Picchu is geen toeristische checklist-bestemming. Het is een plek die je raakt. Niet alleen vanwege het uitzicht, maar om het verhaal dat je voelt in de stenen, de stilte, de lucht. Combineer het met de cultuur van Cusco en je hebt een reis die blijft hangen – lang nadat je weer thuis bent.